Hoe een maand een jaar werd, deel 2

Dag 124

Na deel 1 van mijn verslag over hoe het kon gebeuren dat een maand een jaar werd, is het de hoogste tijd om af te ronden met deel 2.

Ik had al beschreven hoe ik in mei 2013, na 4 maanden schilderen, het schilderij in de juiste kleurstelling heb opgezet. Nu het vervolg:

De 80-20-regel

In juni (maand 5) heb ik het schilderij, zover als het toen was, geëxposeerd op de Pareldag en heb ik verder gewerkt aan kleurstelling en toon, om de kleurverhoudingen nog een slag subtieler te maken. Veel werk! Omdat het een groot doek is, met veel rechte lijnen, die nauwkeurig getrokken willen worden. Niet meer langs een stukje tape, zoals bij het opzetten van de compositie, maar uit de hand, om het schilderij verder tot leven te brengen.

Bijvoorbeeld: het aanpassen van een tint van de daken vroeg me al een week. Pielen dus – positief bedoeld, in de zin van nauwkeurig werken, aandacht geven aan elke vierkante cemtimeter. Daar is tijd voor nodig, veel meer dan ik had ingeschat. (Het uit de hand schilderen van een vlak met rechte randen kost tijd. Het nogmaals schilderen van datzelfde vlak, kost wederom zoveel tijd. En de volgende keer weer. Dat dus.)
rechte lijnen en subtiele kleurverschillenmaand 5: rechte lijnen en subtiele kleurverschillen

Daarmee liep ik vanaf maand 4 van het project tegen het Pareto-principe aan, ook wel bekend als de 80-20 regel: het resultaat is voor 80% bereikt in 20% van de tijd, maar de laatste 20% vraagt nog eens 80% van je beschikbare tijd. In mijn situatie: het schilderij stond al goed in de steigers, de bedoeling was duidelijk, maar het verbeteren en verfijnen: oh la la! Aangezien het schilderij vroeg om vervolg, om verder werken, om verbetering, had ik op dat moment niet de keuze om het bij 80% te laten. Althans, als kunstenaar vond ik stellig van niet. Economen, met name diegenen die houden van het snel verdiende geld, zullen wellicht iets anders zeggen.

(Voor de scherpslijpers: de verhouding 80/20 is niet absoluut. Bijvoorbeeld 70/30 vind ik ook goed klinken.)

Les 4. Als je denkt dat je er bijna bent, ben je er nog lang niet. Cruijff zou er jaloers op zijn, maar ik bedoel dit: een voortvarende start en een soepele voortgang, kun je vaak niet extrapoleren tot een spoedige afronding. Juist de dingen die zijn blijven liggen, de vragen die nog openstonden, de acties die je hebt uitgesteld, vragen in het tweede deel van het project veel tijd. Ze waren niet voor niets blijven liggen, onbeantwoord, uitgesteld.

Afstand, maar nu figuurlijk

Juli tot en met september (maand 6,7 en 8 van de 12 – zo schiet het ineens lekker op) heb ik bijna niet aan schilderen besteed: juli en begin augustus waren voor vakantie, september voor de start van het nieuwe Tai Chi-seizoen, waar ik mijn volle aandacht aan had te geven. Bovendien heb ik mezelf eind september een uitstapje naar de fotografie gegund, met een leuke workshop gevolgd door een week lekker vrij foto’s bewerken.

Alleen in augustus heb ik 2 weken gewerkt aan het grote doek: alleen maar verder straktrekken van lijnen en details, in aanvulling op wat ik in juni al had gedaan.
Schilderij na maand 7na 7 maanden

Nadat ik in april had geleerd om vaak op (letterlijk) flinke afstand te gaan staan, bleek het nu zeker niet verkeerd om een poos figuurlijk afstand te nemen tot datgene waaraan ik al langere tijd intensief had gewerkt. Er waren nog een paar dingen die ik niet helemaal overzag, waarin ik nog beslissingen had te nemen, die me pas duidelijk zouden worden door het te laten rusten. Daardoor was ik in oktober weer fris voor de laatste loodjes, met name het schilderen van de bomen.

Les 5. Soms is het noodzakelijk om afstand te nemen tot iets waar je intensief mee bezig bent. Hoe liever je een resultaat wilt bereiken, des te belangrijker het is om je tijdelijk met iets anders bezig te houden. Om te voorkomen dat je gaat prutsen, fouten maken, verharden, energie verliezen, want dan ben je achteraf veel tijd en energie kwijt om jezelf en het werk te herstellen. Daarna heb je weer een frisse kijk op je taken – kun je de juiste prioriteiten stellen en je energie efficiënt besteden.

Hiermee hangt samen:

Les 6. Minder Doen, Meer Zijn. Veel resultaten kun en hoef je niet af te dwingen. Ze ontstaan vanzelf, met de stroom van de dingen, als het moment rijp is. Als je schildert: kijk veel. Zitten en kijken. Het schilderij gaat zich vervolgens aan je openbaren.

Waarmee we zijn aangekomen bij de laatste fase: 30 schilderdagen verspreid over 4 maanden (maand 9-12, oktober tot en met januari), die in het teken stonden van leren en preciseren. Dat is een ruime tijd inderdaad: ik had inmiddels een andere ‘echte’ opdracht om aan te werken (waarover later meer), en had tijd nodig om dingen uit te zoeken voor het grote werk.

Het onbekende aangaan: veroveren of ontmoeten?

Over het moeizame schilderen van de bomen schreef ik al eerder. Kort samengevat: wat ik vooraf bedacht had in ongeveer een week te kunnen doen, heeft zeker 2 maanden geduurd. Omdat ik er nog geen inzicht in had. Daar ben ik op twee manieren mee omgegaan: eerst vond ik dat ik het ‘gewoon’ moest kunnen. Dus stapte ik vol overgave in mijn vertrouwde valkuil: ik ging doen wat ik nog niet kon, het moest maar goed gaan. Afdwingen door te doen, veroveren met kracht, alleen maar gericht op het resultaat. En als het niet lukte, dan “moet het zeker morgen lukken. Ik heb er nu al zoveel aandacht aan gegeven.” En nog een keer. En nog eens. En maar doorduwen. Om telkens opnieuw mijn hoofd te stoten.

Dat werkte dus niet.
Ergens in maand 9aan het pielen, ergens in maand 9
Tot ik eindelijk tot inkeer kwam: ik had nog iets te leren in de basis. Daarom een stap teruggenomen, boeken erbij over bomen schilderen. Schetsen. Onderzoeken, kijken. Uitzoeken. En toen schilderden de bomen zichzelf af. Omdat ik ze niet meer als hinderlijke obstakels benaderde, maar als waardevolle onderdelen van mijn schilderij, die aandacht en zorg behoefden.

Drie belangrijke lessen geleerd:

Les 7. Geef volle aandacht aan het proces, dan volgt het resultaat vanzelf. Geniet van het schilderen zelf, de verf, je penselen, de rust, het gestage werken.

Les 8. Als je vriendelijk contact maakt met je onderwerp zal het zich laten kennen. Accepteer dat het soms nodig is om een stap terug te zetten, dingen uit te zoeken, te studeren. Alles wat je probeert af te dwingen, te veroveren, zal zich in zijn schulp terugtrekken.

Les 9. Elk element van je schilderij doet ertoe, verdient aandacht. Ook de simpelste boom, het eenvoudigste gebouw, de meest weggeschoven duintop, verdienen aandacht. Ze zijn onderdeel van het geheel, net zo onmisbaar als de in het oog springende elementen.

Ga voor goud

In de allerlaatste fase, toen het schilderij eigenlijk al af was, heb ik nog eens 2 weken (rond Kerstmis) afstand genomen tot het werk. Om daarna nog één keer fris te kijken. Om nog een serie kleine oneffenheden te ontdekken en glad te strijken. Om een overtuigende punt op de spreekwoordelijke i te zetten.
Verfijnenalsmaar verfijnen

Het zorgvuldige schilderproces wilde ik zo tot het einde toe doortrekken. Zo’n kwaliteitsbeleving geeft enorme voldoening. Hier moet ik denken aan de expositie die ik onlangs heb gezien van Marcel Wanders in het Stedelijk Museum: alles zorgvuldig afgewerkt, vol aandacht tot in het laatste detail. Dat is een vorm van vakmanschap die ik graag wil bereiken. (Vergelijk dat eens met de liefdeloze manier waarop veel ‘puur conceptuele kunst’ gepresenteerd wordt: alsof de uitvoering er niet toe doet. Armoedig. Ik hou er niet van. Alsof kunst trouwens puur conceptueel kan zijn. Maar daarover een andere keer.)

Les 10, de laatste en mooiste: Ga voor Goud. Heel simpel: als je iets doet, doe het goed. Juist de aandacht voor die kleine details, dat laatste hikje, die laatste dingetjes, die maken het verschil.
Schilderij klaar na 12 maandenschilderij klaar na 12 maanden #trots #tevreden

En nu?

En zo is het gekomen dat ik nu – ruim een jaar na het begin van het project – aan deze tekst zit te schrijven om het af te ronden. Ik heb er van genoten, veel van geleerd, heb vol overgave mijn keuze voor het kunstenaarschap kunnen beleven. Ik vond het heel leuk om te bloggen. Met dank aan mijn lezers voor de commentaren en de ‘likes’. En dank aan mijn virtuele opdrachtgever Remco voor het aanhoren van alle excuses waarom het niet na 1 noch na 11 maanden klaar was, en voor zijn ondersteuning gedurende het hele traject.

Helemaal klaar is het project nog niet overigens. Ik heb het doek aangemeld voor de ZomerExpo in het Gemeentemuseum in Den Haag, een landelijk georganiseerde expositie. Op 12 april is de selectie door een vakjury, ik vind het nu al spannend. Wat zou het vet zijn als ik in het Gemeentemuseum zou kunnen hangen – in het mooiste gebouw van Nederland!

Ondertussen ben ik op mijn atelier alweer dagelijks aan het schilderen. De afgelopen weken voor een opdracht, en momenteel lekker vrij, elke dag een nieuw werk. Na de controle van ‘Dagelijks water geven’ was het tijd om een andere kant (m’n buik) even de vrije loop te laten.

Lekker kliederen. Maar denk erom: altijd van je af:

httpv://www.youtube.com/watch?v=iiyGVvA6KfU

Hoe een maand een jaar werd

Dag 123

In de vorige blogpost heb ik uiteengezet waarom ik had gepland om het grote schilderij in een maand af te ronden.

Vandaag deel 1 van het antwoord op de vraag : hoe kon het gebeuren dat een maand is uitgedijd tot een jaar? En wat heb ik ervan geleerd?

Gouden bergen

Om te beginnen: mijn voornemen (de belofte aan mijn virtuele opdrachtgever van een schilderij in een maand) is verre van reëel gebleken, althans niet voor de stijl waarin ik dit werk wilde maken en niet voor de keuze die ik heb gemaakt wat betreft formaat en onderwerp. Als ik precies hetzelfde schilderij nu voor een tweede keer zou maken, zou ik puur aan benodigde tijd voor het schilderen zelf, dus het opzetten van de compositie, het aanbrengen van alle lagen en van de details, naar schatting al tegen de 3 maanden nodig hebben.

Daarom:

Les 1. Beloof niet wat je niet waar kunt maken. (Duh)

Beloof een opdrachtgever geen gouden bergen. Wees reëel in schatting van tijd, kosten, beschikbare energie. Bouw ruimte in voor onverwachte tegenslagen, want die treden altijd op. Stel dat een schilderij toch echt binnen een bepaalde periode af moet, kies dan een kleiner formaat, een eenvoudiger stijl en/of een bekend onderwerp.

Hier zie je de stand van zaken na 1 maand, toen ik het schilderij af zou hebben:
Schilderij na 1 maandna 1 maand
In die eerste maand was het eigenlijk vlot gegaan. Wat je hierboven ziet, is wel ongeveer wat schildertechnisch haalbaar was. Dus inderdaad: de ambitie was te groot geweest.

Maar: het schilderij vroeg niet alleen extra tijd vanwege het grotere te beschilderen oppervlak (meer verf, meer penseelstreken). Het grote formaat vereiste nog meer:

Groot is extra

Het was de eerste keer dat ik op zo’n groot doek werkte (2 x 1,7 m2). Dat gaf een extra dimensie die ik weliswaar vooraf onderkende, maar waar ik pas na zo’n twee maanden intensief werken – het was inmiddels al april – grip op kreeg. Om er vervolgens met enige weerstand mijn conclusies uit te durven trekken: het schilderij was aardig in opzet, eigenlijk vond ik het meeste er al goed opstaan, en van dichtbij zag het er goed uit. Maar van een afstand klopte het niet. Het was donker, zwart, somber. Het leek wel op een sciencefiction landschap. En dat was niet de bedoeling. De kleurstelling en toon werkten op een kleine schaal goed, maar bleken op grote schaal desastreus uit te pakken.
Schilderij na maand 2na 2 maanden

Ik had in die eerste maanden zelfs al eens geschreven dat het schilderij in de eindfase was beland. Tja, dat was een beetje dom. Althans: ik dacht het echt op dat moment, ik realiseerde me niet hoeveel werk ik nog had te verrichten. De hoogste tijd dus voor:

Les 2. Neem bij groot werken extra veel afstand voor kleur en toon.

Eén van de basisregels bij het schilderen is dat je vaak afstand neemt om de compositie op orde te brengen – weersta je neiging om je in de detaillering te verliezen. Daarmee was ik al bekend, en dat heb ik dan ook gedaan bij het opzetten van de compositie. Maar wat nieuw voor me bleek, was dat je bij het werken op groot formaat ook daarna vaak en flink afstand moet nemen om de kleurstelling en toon eveneens op hoofdlijnen in orde brengen.

Net zoals de foto’s van het schilderij die ik hier op het web laat zien eigenlijk geen goed beeld geven van het werk. Omdat het 2 meter breed is en daarmee je blikveld volledig kan bepalen als je er dicht op staat. Zo werd ik juist (andersom) door de nabijheid van het doek bedrogen.

Schetsen, schetsen, schetsen

Om te voorkomen dat ik ging pielen, dat ik mezelf zou verliezen in kleine aanpassingen waar een grote ingreep noodzakelijk leek, heb ik in de loop van april (maand 3) afstand genomen tot het grote doek, om op schetsdoeken en -papieren aan de slag te gaan met de kleurstelling, de contrasten, de toon. Wat achteraf een goede beslissing is gebleken: middels zoeken, proberen, uitvinden, ontdekken kwam ik er binnen een tweetal weken achter wat het grote werk nodig had. Dat lag zover af van wat ik tot dusver had gedaan, dat ik een geheel nieuwe, lichtere, levende laag moest aanbrengen. Kijk nog maar eens terug naar dag 46 – wat een verschil ontstaat er door de nieuwe kleur op de daken:
Schilderij na maand 3na 3 maanden

Vanwege de subtiliteit van deze nieuwe tinten en het zachte kleurverloop naar de diepte, heb ik bijna een gehele maand (mei, maand 4) moeten besteden aan het schilderen van één of meer nieuwe lagen over het gehele oppervlak. Met nog steeds in mijn achterhoofd dat het nu dan wel bijna klaar zou zijn. Niet dus. Maar een stuk frisser was het wel – ik bewoog de goede kant op…
Schilderij na maand 4na 4 maanden

De laatste les van vandaag:

Les 3. Nooit meer ophouden met schetsen.

Wanneer je op groot formaat werkt, kost het veel tijd (en verf) om dingen op het doek uit te proberen voordat het duidelijk is of iets wel of niet werkt. Dus wat staat je te doen? Ga schetsen. Dingetjes klein uitzoeken. Kleurverhoudingen bepalen. Probeersels opzetten. Schetsen vooraf, schetsen tussentijds, schetsen na afloop. Schetsen thuis, schetsen op het werk. Schetsen tot in je kist. Nooit meer ophouden met schetsen.

Nog veel meer te leren

Hiermee was het schilderij zover klaar dat ik – vanaf maand 5 – details kon gaan uitwerken, zoals de bakken met vergeet-mij-nietjes aan de balkons. Daarmee zijn we nog lang niet aan de 12 maanden die het uiteindelijk heeft gekost. Hmw, ik vrees dat ik in mijn volgende post verder met de billen bloot moet.

Kun je creativiteit plannen?

Dag 122

Na mijn vorige blogpost over de betekenis van het schilderij dat ik onlangs heb afgerond, blik ik in deze en de komende posts terug op een vol jaar werken aan één schilderij.

Blote billen

Deze blogpost had ook kunnen heten: Met de billen bloot. Want een jaar geleden, februari 2013, heb ik op deze plek het voornemen uitgesproken om aan een groot schilderij te beginnen en het binnen een maand af te ronden. Vanuit dat commitment, met een virtuele opdrachtgever (mijn partner Remco) en een dagelijkse update van mijn voortgang op dit blog, zou dat wel moeten gaan lukken.

Met die belofte heb ik me heel wat op de hals gehaald. Waarom? Waarom niet lekker vrij gewerkt, in alle rust, zonder druk, tot het werk klaar was?

In opdracht kunnen werken

Welnu. Schilderen, dat is wat ik het allerliefste doe. Dus toen mijn andere liefde, mijn Tai Chi-school, ruim een jaar geleden voldoende solide bleek, heb ik de parttime baan opgezegd waarin ik toen nog werkte. Zodat ik me in de tijd die daarmee vrijkwam weer substantieel aan het schilderen kon gaan wijden.
Geconcentreerd aan het werk

Maar hoewel het schilderen me een groot gevoel van vrijheid geeft, voel ik niet de behoefte om volledig vrij te werken. Integendeel, ik werk het liefst met een opdrachtgever, met bijbehorende randvoorwaarden en uitgangspunten. Om zijn of haar behoeftes samen te brengen met mijn inzicht en toegevoegde waarde als kunstenaar. Omdat er juist in de samenwerking iets moois kan ontstaan. En omdat ik verwacht op die manier een inkomen te kunnen blijven genereren uit iets dat ik dolgraag doe.

Om die reden ben ik dat commitment van een schilderij in een maand aangegaan: om te oefenen met het maken van een schilderij ‘op bestelling’ (lees: onder voorwaarden en tijdsdruk), om het plannen van een creatief proces beter in de vingers te krijgen. Om te leren van de obstakels die ik tegenkwam, zowel technisch als op het gebied van verwachtingen, werkdruk, inspanning versus ontspanning, controle versus loslaten, noem maar op.

Creativiteit plannen…

Oefenen met het plannen van een creatief proces dus. Kan dat, creativiteit sturen? Ja. Heel goed zelfs. Althans: pure creatie is natuurlijk het ontstaan van iets nieuws of anders dat er nog niet was, vrij van controle of plannetjes. Maar dat ontstaan kan binnen kaders, je kunt convergeren van een vrij begin – hoera, alles is mogelijk! – via tussentijdse keuzes, naar een steeds duidelijker afgebakend eindproduct.

Afstand nemenDat principe werkt niet alleen zo in de techniek, waarin ik in Delft ben opgeleid, maar kan net zo goed worden toegepast in de kunst. Rembrandt werkte ook vaak in opdracht, om maar eens een onbescheiden vergelijking te trekken. Het gaat erom dat je leert werken van groot naar klein, van compositie naar detail, van coloriet (kleurstelling) naar de fijnste tonen. Dat je leert op het juiste moment afstand te nemen om bepaalde keuzes te maken, en om op andere momenten juist door te gaan en te investeren in vrijheid om iets nieuws te laten ontstaan.

Kunst hoeft niet vaag of esoterisch te zijn en alleen maar vanuit gevoelens en emoties te ontstaan. Juist niet, zou ik willen zeggen. Kunst die standhoudt is vaak ontstaan vanuit vakmanschap, het beheersen van de materie, vaak ook vanuit beperkingen, maar altijd vanuit passie.

Aan de slag dus

Maar goed, om daarmee te oefenen zou ik binnen een maand een schilderij opleveren.

Ahum. Een maand is een jaar geworden. Wat ging er mis? Geen vakmanschap? Geen passie?

In mijn volgende post verder hierover…